Vorige
Blogjes
Na ongeveer twee weken in Wit-Rusland te zijn geweest was het tijd om weer naar
huis te gaan. De terugweg zou ik reizen per trein. Het kaartje Brest – Utrecht
had ik al in Nederland gekocht, de reservering stond al ruim een maand vast.
Deze trein gaat in één keer door naar Nederland, dus als ik nou
maar in die trein zat, en ik rustig 23 uur bleef zitten, zou er niks fout gaan.
Om de trein van 12.23 in Brest te halen, moesten we de nacht daarvoor de trein
van 1.30 hebben. Dit was net zo’n trein als ik heb beschreven in mijn blog
“De trein”. En er waren dus weer netjes plaatsen
gereserveerd. Omdat het midden in de nacht was, waren de bedden uitgeklapt,
kregen we allemaal een plastic pakketje met lakens,
en werd er in de trein niet gepraat maar gesnurkt.
Ik was blij dat ik een laag bed had, en niet eerst via een tafel mijn bed
in hoefde te klimmen. Maar toch heb ik geen oog dicht gedaan. Het bed was
erg smal, maar daar lag het niet alleen aan. Het is net als slapen
op een boot die schommelt, alleen nu remt ie zo nu en dan, en af
en toe voel je een hobbel. Mascha heeft wel heerlijk geslapen,
dus het lag gewoon aan mij.

Om 9.30 kwamen we aan op het station in Brest (vlak bij de grens met Polen dus).
Daar gingen we eerst ontbijten. Mascha en Ljuda, die mij naar Brest brachten,
waren in de trein al begonnen met ontbijt: koekjes en chocola.
Daar had ik niet echt behoefte aan. Maar op het station,
bij mijn kopje thee moest ik echt iets eten. Ik koos voor een
broodje met iets van vlees erin, dat leek me beter dan een schitzel…
Na ons “ontbijt” gingen we op zoek naar het perron vanwaar mijn trein zou
vertrekken. We zochten naar de trein naar Amsterdam, maar deze bleek niet
te bestaan. Toch jammer. Gelukkig bestond er wel een trein met het juiste
nummer, en juiste vertrektijd, naar Warschau. Dat moest hem zijn!
Dan alleen nog perron 1 zien te vinden. En nee, die lag niet gewoon naast perron twee.
Het bleek dat je om op perron 1 te komen eerst een gebouwtje in moest.
En jawel, daar waren douane kantoortjes. Ik was blij dat ik niet alleen
had hoeven zoeken, want dat had behoorlijk wat stress opgeleverd. Mijn
Russisch is tijdens mijn verblijf in Belarus wel verbeterd, maar vloeiend is het nog niet…
Ljuda wilde mij het liefst de trein in helpen, maar dat vond de douane niet goed.
Bij het laatste poortje na de paspoortcontrole werd ze echt terug gestuurd.
Dat ze daar überhaupt mocht komen vond ik al een wonder. Maar wel fijn,
want tijdens het controleren van mijn paspoort werd ik toch wel een beetje
zenuwachtig, en was het fijn dat ik daar niet alleen stond.
Dat zit zo: de foto op mijn paspoort is bijna drie jaar oud. Bovendien kijk
ik er zo boos dat ik er uit zie als een crimineel. Gezien het aantal keren
dat de douanier naar mij keek, naar mijn paspoort en weer naar mij kreeg
ik het idee dat hij mij niet op de foto vond lijken. Na nog 3 keer andere
blaadjes in mijn paspoort te hebben bekeken, en tussendoor steeds mijn foto
en mij te hebben vergeleken, kreeg ik dan uiteindelijk toch een uitreisstempel
in mijn visum en op mijn “immigratiekaartje” (dat vervolgens daar bleef
liggen) en mocht ik het laatste poortje door.
Toen was ik echt alleen. Tenminste, dat dacht ik. Zodra de passagiers voor
de trein het perron op mochten, zag ik Mascha en Ljuda al achter het hek
staan. Zij vertelden mij dat ik met mijn ticket naar de man met de pet
moest gaan, om mij te laten vertellen naar welke wagon ik moest. Het
laten zien van mijn ticket was voldoende om er achter te komen dat ik
veel verder door moest lopen. Dit zei ik ook tegen mijn uitzwaaiers,
en zij gingen proberen bij mijn wagon te komen. Ik dacht dat het ze
nooit zou lukken. Ze moesten namelijk om een gebouw heen zien te komen,
en dan maar hopen toch bij mijn wagon uit te komen.
Maar, toen ik mijn wagon (er stond Brest-Amsterdam op, dus dat was handig),
en mijn plaats daar had gevonden, en ook al kennis had gemaakt met mijn
mede reizigers in de coupe, zag ik Mascha en Ljuda staan. Het uitzwaaien
werd ze niet makkelijk gemaakt, maar het is toch gelukt!
Toen hoefde ik alleen nog een dagje te wachten tot ik in Utrecht aan zou komen.
Maar, ik had ook verwacht van de Russische gastvrijheid af te zijn.
Oftewel, dat ik weer zelf kon bepalen hoeveel ik at. Maar zover was het nog niet.
Mijn reisgezelschap bestond namelijk uit een vriendelijk,
wat ouder, echtpaar uit Minsk. En ongeveer het eerste wat zei deden,
was mij een snoepje aanbieden.
En toen zij gingen lunchen kon ik tien keer zeggen dat ik geen broodje
met spek wilde, ik kreeg het uiteindelijk gewoon in mijn handen gedrukt.
Eten zou ik.
De rest van hun etensvoorraad heb ik met veel moeite buiten mijn mond kunnen houden.
Erg vriendelijk waren ze wel. Ze vertelden mij trots over hun kleindochter in
Duitsland, en wilden alles van mij weten. ’s Avonds hielp de lieve mevrouw
mij zelfs mijn bed op te maken!
Mijn Russisch werd ook nog even op de proef gesteld. Maar toen zij eigenlijk
wilden dat ik Wit-Russisch zou praten en geen gewoon Russisch hield het
een beetje op. Ik vond dat ik al genoeg mijn best deed…
Vanaf Keulen, 6 uur ’s ochtends had ik de coupé voor mij alleen.
Toen was het nog vier uur wachten totdat ik werd opgewacht in Utrecht.
Mijn geduld werd zeer op de proef gesteld toen we een uur stil bleven
staan op de grens van Duitsland naar Nederland. Maar, met maar vijf
minuten vertraging kwam ik vrijdagochtend 21 augustus om ongeveer 10 uur aan in Utrecht.
Na een bijzondere reis in Belarus, was ik ook heel blij weer thuis te zijn!
Terug naar inhoudspagina
Top
Blogjes
Vorige
Laatst gewijzigd:
Sat Oct 31 18:19:00 2009